Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Exodus 6

Exodus

Index

Hoofdstuk 7

1


 

  Toen zeide de HEERE tot Mozes: Zie, Ik heb u tot een god gezet over Farao; enAaron, uw broeder, zal uw profeet zijn.  

 

 

--

2


 

  Gij zult spreken alles, wat Ik u gebieden zal; en Aaron, uw broeder, zal tot Faraospreken, dat hij de kinderen Israels uit zijn land trekken laat.  

 

 

--

3


 

  Doch Ik zal Farao's hart verharden; en Ik zal Mijn tekenen en Mijn wonderhedenin Egypteland vermenigvuldigen.  

 

 

--

4


 

  Farao nu zal naar ulieden niet horen, en Ik zal Mijn hand aan Egypte leggen, envoeren Mijn heiren, Mijn volk, de kinderen Israels, uit Egypteland, door grotegerichten.  

 

 

--

5


 

  Dan zullen de Egyptenaars weten, dat Ik de HEERE ben, wanneer Ik Mijn handover Egypte uitstrekke, en de kinderen Israels uit het midden van hen uitleide.  

 

 

--

6


 

  Toen deed Mozes en Aaron, als hun de HEERE geboden had, alzo deden zij.  

 

 

--

7


 

  En Mozes was tachtig jaar oud, en Aaron was drie en tachtig jaar oud, toen zij totFarao spraken.  

 

 

--

8


 

  En de HEERE sprak tot Mozes en tot Aaron, zeggende:  

 

 

--

9


 

  Wanneer Farao tot ulieden spreken zal, zeggende: Doet een wonderteken voorulieden; zo zult gij tot Aaron zeggen: Neem uw staf, en werp hem voor Farao'saangezicht neder; hij zal tot een draak worden.  

 

 

--

10


 

  Toen ging Mozes en Aaron tot Farao henen in, en deden alzo, gelijk de HEEREgeboden had; en Aaron wierp zijn staf neder voor Farao's aangezicht, en voor hetaangezicht zijner knechten; en hij werd tot een draak.  

 

 

--

11


 

  Farao nu riep ook de wijzen en de guichelaars; en de Egyptische tovenaars dedenook alzo met hun bezweringen.  

 

 

--

12


 

  Want een ieder wierp zijn staf neder, en zij werden tot draken; maar Aarons stafverslond hun staven.  

 

 

--

13


 

  Doch Farao's hart verstokte, zodat hij naar hen niet hoorde, gelijk de HEEREgesproken had.  

 

 

--

14


 

  Toen zeide de HEERE tot Mozes: Farao's hart is zwaar; hij weigert het volk telaten trekken.  

 

 

--

15


 

  Ga heen tot Farao in den morgenstond; zie, hij zal uitgaan naar het water toe, zostel u tegen hem over aan den oever der rivier, en den staf, die in een slang isveranderd geweest, zult gij in uw hand nemen.  

 

 

--

16


 

  En gij zult tot hem zeggen: de HEERE, de God der Hebreen, heeft mij tot ugezonden, zeggende: Laat Mijn volk trekken, dat het Mij diene in de woestijn;doch zie, gij hebt tot nu toe niet gehoord.  

 

 

--

17


 

  Zo zegt de HEERE: Daaraan zult gij weten, dat Ik de HEERE ben; zie, ik zal metdezen staf, die in mijn hand is, op het water, dat in deze rivier is, slaan, en het zalin bloed veranderd worden.  

 

 

--

18


 

  En de vis in de rivier zal sterven, zodat de rivier zal stinken; en de Egyptenaarszullen vermoeid worden, dat zij het water uit de rivier drinken mogen.  

 

 

--

19


 

  Verder zeide de HEERE tot Mozes: zeg tot Aaron: Neem uw staf, en steek uwhand uit over de wateren der Egyptenaren, over hun stromen, over hun rivieren,en over hun poelen, en over alle vergadering hunner wateren, dat zij bloedworden; en er zij bloed in het ganse Egypteland, beide in houten en in stenenvaten.  

 

 

--

20


 

  Mozes nu en Aaron deden alzo, gelijk de HEERE geboden had; en hij hief denstaf op, en sloeg het water, dat in de rivier was, voor de ogen van Farao, en voorde ogen van zijn knechten; en al het water in de rivier werd in bloed veranderd.  

 

 

--

21


 

  En de vis, die in de rivier was, stierf; en de rivier stonk, zodat de Egyptenaars hetwater uit de rivier niet drinken konden; en er was bloed in het ganse Egypteland.  

 

 

--

22


 

  Doch de Egyptische tovenaars deden ook alzo met hun bezweringen; zodatFarao's hart verstokte, en hij hoorde naar hen niet, gelijk als de HEEREgesproken had.  

 

 

--

23


 

  En Farao keerde zich om, en ging naar zijn huis; en hij zette zijn hart daar ook nietop.  

 

 

--

24


 

  Doch alle Egyptenaars groeven rondom de rivier, om water te drinken; want zijkonden van het water der rivier niet drinken.  

 

 

--

25


 

  Alzo werden zeven dagen vervuld, nadat de HEERE de rivier geslagen had.   

 

 

--

Exodus 8

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: