Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

2 Kronieken 16

2 Kronieken

Index

Hoofdstuk 17

1


 

  En zijn zoon Josafat werd koning in zijn plaats, en hij sterkte zich tegen Israel.  

 

 

--

2


 

  En hij legde krijgsvolk in alle vaste steden van Juda, en legde bezettingen in het land van Juda, en in de steden van Efraim, die zijn vader Asa ingenomen had.  

 

 

--

3


 

  En de HEERE was met Josafat; want hij wandelde in de vorige wegen zijns vaders Davids, en zocht de Baals niet.  

 

 

--

4


 

  Maar hij zocht den God zijns vaders, en wandelde in Zijn geboden, en niet naar het doen van Israel.  

 

 

--

5


 

  En de HEERE bevestigde het koninkrijk in zijn hand, en gans Juda gaf Josafat geschenken; en hij had rijkdom en eer in menigte.  

 

 

--

6


 

  En zijn hart verhief zich in de wegen des HEEREN; en hij nam verder de hoogten en de bossen uit Juda weg.  

 

 

--

7


 

  In het derde jaar nu zijner regering zond hij tot zijn vorsten, tot Ben-chail, en tot Obadja, en tot Zecharja, en tot Nathaneel, en tot Michaja, opdat men zou leren in desteden van Juda.  

 

 

--

8


 

  En met hen de Levieten, Semaja en Nethanja, en Zebadja, en Asael, en Semiramoth, en Jonathan, en Adonia, en Tobia, en Tob-Adonia de Levieten, en met hen depriesters Elisama en Joram.  

 

 

--

9


 

  En zij leerden in Juda, en het wetboek des HEEREN was bij hen; en zij gingen rondom in alle steden van Juda, en leerden onder het volk.  

 

 

--

10


 

  En een verschrikking des HEEREN werd over alle koninkrijken der landen, die rondom Juda waren, dat zij niet krijgden tegen Josafat.  

 

 

--

11


 

  En van de Filistijnen brachten zij Josafat geschenken met het opgelegde geld; ook brachten hem de Arabieren klein vee, zeven duizend en zevenhonderd rammen, enzeven duizend en zevenhonderd bokken.  

 

 

--

12


 

  Alzo nam Josafat toe, en werd ten hoogste groot; daartoe bouwde hij in Juda burchten en schatsteden.  

 

 

--

13


 

  En hij had veel werks in de steden van Juda, en krijgslieden, kloeke helden in Jeruzalem.  

 

 

--

14


 

  Dit nu is hun telling, naar de huizen hunner vaderen. In Juda waren oversten der duizenden: Adna de overste, en met hem waren driehonderd duizend kloeke helden.  

 

 

--

15


 

  Naast hem nu was de overste Johanan; en met hem waren tweehonderd tachtig duizend;  

 

 

--

16


 

  En naast hem was Amasia, de zoon van Zichri, die zich vrijwillig den HEERE overgegeven had; en met hem waren tweehonderd duizend kloeke helden.  

 

 

--

17


 

  En uit Benjamin was Eljada, een kloek held; en met hem tweehonderd duizend, die met boog en schild gewapend waren.  

 

 

--

18


 

  En naast hem was Jozabad; en met hem waren honderd en tachtig duizend, ten krijge toegerust.  

 

 

--

19


 

  Dezen waren in den dienst des konings; behalve degenen, die de koning in de vaste steden door gans Juda gezet had. 2 Kronieken 18  

 

 

--

2 Kronieken 18

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: