Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Job 25

Job

Index

Hoofdstuk 26

1


 

  Maar Job antwoordde en zeide:  

 

 

--

2


 

  Hoe hebt gij geholpen dien, die zonder kracht is, en behouden den arm, die zonder sterkte is?  

 

 

--

3


 

  Hoe hebt gij hem geraden, die geen wijsheid heeft, en de zaak, alzo zij is, ten volle bekend gemaakt?  

 

 

--

4


 

  Aan wien hebt gij die woorden verhaald? En wiens geest is van u uitgegaan?  

 

 

--

5


 

  De doden zullen geboren worden van onder de wateren, en hun inwoners.  

 

 

--

6


 

  De hel is naakt voor Hem, en geen deksel is er voor het verderf.  

 

 

--

7


 

  Hij breidt het noorden uit over het woeste; Hij hangt de aarde aan een niet.  

 

 

--

8


 

  Hij bindt de wateren in Zijn wolken; nochtans scheurt de wolk daaronder niet.  

 

 

--

9


 

  Hij houdt het vlakke Zijns troons vast; Hij spreidt Zijn wolk daarover.  

 

 

--

10


 

  Hij heeft een gezet perk over het vlakke der wateren rondom afgetekend, tot aan de voleinding toe des lichts met de duisternis.  

 

 

--

11


 

  De pilaren des hemels sidderen, en ontzetten zich voor Zijn schelden.  

 

 

--

12


 

  Door Zijn kracht klieft Hij de zee, en door Zijn verstand verslaat Hij haar verheffing.  

 

 

--

13


 

  Door Zijn Geest heeft Hij de hemelen versierd; Zijn hand heeft de langwemelende slang geschapen.  

 

 

--

14


 

  Ziet, dit zijn maar uiterste einden Zijner wegen; en wat een klein stukje der zaak hebben wij van Hem gehoord? Wie zou dan den donder Zijner mogendhedenverstaan? Job 27  

 

 

--

Job 27

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: