Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Psalmen 20

Psalmen

Index

Hoofdstuk 21

1


 

  Een psalm van David, voor den opperzangmeester. O HEERE! de koning is verblijd over Uw sterkte; en hoezeer is hij verheugd over Uw heil!  

 

 

--

2


 

  Gij hebt hem zijns harten wens gegeven, en de uitspraak zijner lippen hebt Gij niet geweerd. Sela.  

 

 

--

3


 

  Want Gij komt hem voor met zegeningen van het goede; op zijn hoofd zet Gij een kroon van fijn goud.  

 

 

--

4


 

  Het leven heeft hij van U begeerd. Gij hebt het hem gegeven; lengte van dagen, eeuwiglijk en altoos.  

 

 

--

5


 

  Groot is zijn eer door Uw heil; majesteit en heerlijkheid hebt Gij hem toegevoegd.  

 

 

--

6


 

  Want Gij zet hem tot zegeningen in eeuwigheid; Gij vervrolijkt hem door vreugde met Uw aangezicht.  

 

 

--

7


 

  Want de koning vertrouwt op den HEERE, en door de goedertierenheid des Allerhoogsten zal hij niet wankelen.  

 

 

--

8


 

  Uw hand zal alle vijanden vinden; uw rechterhand zal uw haters vinden.  

 

 

--

9


 

  Gij zult hen zetten als een vurige oven ter tijd uws toornigen aangezichts; de HEERE zal hen in Zijn toorn verslinden, en het vuur zal hen verteren.  

 

 

--

10


 

  Gij zult hun vrucht van de aarde verdoen, en hun zaad van de kinderen der mensen.  

 

 

--

11


 

  Want zij hebben kwaad tegen U aangelegd; zij hebben een schandelijke daad bedacht, doch zullen niets vermogen.  

 

 

--

12


 

  Want Gij zult hen zetten tot een wit; met Uw pezen zult Gij het op hun aangezicht toeleggen.  

 

 

--

13


 

  Verhoog U, HEERE! in Uw sterkte; zo zullen wij zingen, en Uw macht met psalmen loven.   

 

 

--

Psalmen 22

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: