Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Spreuken 14

Spreuken

Index

Hoofdstuk 15

1


 

  Een zacht antwoord keert de grimmigheid af; maar een smartend woord doet den toorn oprijzen.  

 

 

--

2


 

  De tong der wijzen maakt de wetenschap goed; maar de mond der zotten stort overvloediglijk dwaasheid uit.  

 

 

--

3


 

  De ogen des HEEREN zijn in alle plaatsen, beschouwende de kwaden en de goeden.  

 

 

--

4


 

  De medicijn der tong is een boom des levens; maar de verkeerdheid in dezelve is een breuk in den geest.  

 

 

--

5


 

  Een dwaas zal de tucht zijns vaders versmaden; maar die de bestraffing waarneemt, zal kloekzinniglijk handelen.  

 

 

--

6


 

  In het huis des rechtvaardigen is een grote schat; maar in des goddelozen inkomst is beroerte.  

 

 

--

7


 

  De lippen der wijzen zullen de wetenschap uitstrooien; maar het hart der zotten niet alzo.  

 

 

--

8


 

  Het offer der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar het gebed der oprechten is Zijn welgevallen.  

 

 

--

9


 

  De weg der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar dien, die de gerechtigheid najaagt, zal Hij liefhebben.  

 

 

--

10


 

  De tucht is onaangenaam voor dengene die het pad verlaat; en die de bestraffing haat, zal sterven.  

 

 

--

11


 

  De hel en het verderf zijn voor den HEERE; hoeveel te meer de harten van des mensenkinderen?  

 

 

--

12


 

  De spotter zal niet liefhebben, die hem bestraft; hij zal niet gaan tot de wijzen.  

 

 

--

13


 

  Een vrolijk hart zal het aangezicht blijde maken; maar door de smart des harten wordt de geest verslagen.  

 

 

--

14


 

  Een verstandig hart zal de wetenschap opzoeken; maar de mond der zotten zal met dwaasheid gevoed worden.  

 

 

--

15


 

  Al de dagen des bedrukten zijn kwaad; maar een vrolijk hart is een gedurige maaltijd.  

 

 

--

16


 

  Beter is weinig met de vreze des HEEREN, dan een grote schat, en onrust daarbij.  

 

 

--

17


 

  Beter is een gerecht van groen moes, waar ook liefde is, dan een gemeste os, en haat daarbij.  

 

 

--

18


 

  Een grimmig man zal gekijf verwekken; maar de lankmoedige zal den twist stillen.  

 

 

--

19


 

  De weg des luiaards is als een doornheg; maar het pad der oprechten is wel gebaand.  

 

 

--

20


 

  Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder.  

 

 

--

21


 

  De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap; maar een man van verstand zal recht wandelen.  

 

 

--

22


 

  De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan.  

 

 

--

23


 

  Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd!  

 

 

--

24


 

  De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden.  

 

 

--

25


 

  Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten.  

 

 

--

26


 

  Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen.  

 

 

--

27


 

  Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven.  

 

 

--

28


 

  Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten.  

 

 

--

29


 

  De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren.  

 

 

--

30


 

  Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet.  

 

 

--

31


 

  Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten.  

 

 

--

32


 

  Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand.  

 

 

--

33


 

  De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.   

 

 

--

Spreuken 16

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: