Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Spreuken 16

Spreuken

Index

Hoofdstuk 17

1


 

  Een droge bete, en rust daarbij, is beter, dan een huis vol van geslachte beesten met twist.  

 

 

--

2


 

  Een verstandig knecht zal heersen over een zoon, die beschaamd maakt, en in het midden der broederen zal hij erfenis delen.  

 

 

--

3


 

  De smeltkroes is voor het zilver, en de oven voor het goud; maar de HEERE proeft de harten.  

 

 

--

4


 

  De boosdoener merkt op de ongerechtige lip; een leugenaar neigt het oor tot de verkeerde tong.  

 

 

--

5


 

  Die den arme bespot, smaadt deszelfs Maker; die zich verblijdt in het verderf, zal niet onschuldig zijn.  

 

 

--

6


 

  De kroon de ouden zijn de kindskinderen, en der kinderen sieraad zijn hun vaderen.  

 

 

--

7


 

  Een voortreffelijke lip past een dwaze niet, veelmin een prins een leugenachtige lip.  

 

 

--

8


 

  Het geschenk is in de ogen zijner heren een aangenaam gesteente; waarhenen het zich zal wenden, zal het wel gedijen.  

 

 

--

9


 

  Die de overtreding toedekt, zoekt liefde; maar die de zaak weder ophaalt, scheidt den voornaamsten vriend.  

 

 

--

10


 

  De bestraffing gaat dieper in den verstandige, dan den zot honderd maal te slaan.  

 

 

--

11


 

  Zekerlijk, de wederspannige zoekt het kwaad; maar een wrede bode zal tegen hem gezonden worden.  

 

 

--

12


 

  Dat een beer, die van jongen beroofd is, een man tegemoet kome, maar niet een zot in zijn dwaasheid.  

 

 

--

13


 

  Die kwaad voor goed vergeldt, het kwaad zal van zijn huis niet wijken.  

 

 

--

14


 

  Het begin des krakeels is gelijk een, die het water opening geeft; daarom verlaat den twist, eer hij zich vermengt.  

 

 

--

15


 

  Wie den goddeloze rechtvaardigt, en den rechtvaardige verdoemt, zijn den HEERE een gruwel, ja, die beiden.  

 

 

--

16


 

  Waarom toch zou in de hand des zots het koopgeld zijn, om wijsheid te kopen, dewijl hij geen verstand heeft?  

 

 

--

17


 

  Een vriend heeft te aller tijd lief; en een broeder wordt in de benauwdheid geboren.  

 

 

--

18


 

  Een verstandeloos mens klapt in de hand, zich borg stellende bij zijn naaste.  

 

 

--

19


 

  Die het gekijf liefheeft, heeft de overtreding lief; die zijn deur verhoogt, zoekt verbreking.  

 

 

--

20


 

  Wie verdraaid is van hart, zal het goede niet vinden; en die verkeerd is met zijn tong, zal in het kwaad vallen.  

 

 

--

21


 

  Wie een zot genereert, die zal hem tot droefheid zijn; en de vader des dwazen zal zich niet verblijden.  

 

 

--

22


 

  Een blij hart zal een medicijn goed maken; maar een verslagen geest zal het gebeente verdrogen.  

 

 

--

23


 

  De goddeloze zal het geschenk uit den schoot nemen, om de paden des rechts te buigen.  

 

 

--

24


 

  In het aangezicht des verstandigen is wijsheid; maar de ogen des zots zijn in het einde der aarde.  

 

 

--

25


 

  Een zotte zoon is een verdriet voor zijn vader, en bittere droefheid voor degene, die hem gebaard heeft.  

 

 

--

26


 

  Het is niet goed, den rechtvaardige ook te doen boeten, dat de prinsen iemand slaan zouden om hetgeen recht is.  

 

 

--

27


 

  Wie wetenschap weet, houdt zijn woorden in; en een man van verstand is kostelijk van geest.  

 

 

--

28


 

  Een dwaas zelfs, die zwijgt, zal wijs geacht worden, en die zijn lippen toesluit, verstandig. Spreuken 18  

 

 

--

Spreuken 18

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: