Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Spreuken 17

Spreuken

Index

Hoofdstuk 18

1


 

  Die zich afzondert, tracht naar wat begeerlijks; hij vermengt zich in alle bestendige wijsheid.  

 

 

--

2


 

  De zot heeft geen lust aan verstandigheid, maar daarin, dat zijn hart zich ontdekt.  

 

 

--

3


 

  Als de goddeloze komt, komt ook de verachting en met schande versmaadheid.  

 

 

--

4


 

  De woorden van den mond eens mans zijn diepe wateren; en de springader der wijsheid is een uitstortende beek.  

 

 

--

5


 

  Het is niet goed, het aangezicht des goddelozen aan te nemen, om den rechtvaardige in het gericht te buigen.  

 

 

--

6


 

  De lippen des zots komen in twist, en zijn mond roept naar slagen.  

 

 

--

7


 

  De mond des zots is hemzelven een verstoring, en zijn lippen een strik zijner ziel.  

 

 

--

8


 

  De woorden des oorblazers zijn als dergenen, die geslagen zijn, en die dalen in het binnenste des buiks.  

 

 

--

9


 

  Ook die zich slap aanstelt in zijn werk, die is een broeder van een doorbrenger.  

 

 

--

10


 

  De Naam des HEEREN is een Sterke Toren; de rechtvaardige zal daarhenen lopen, en in een Hoog Vertrek gesteld worden.  

 

 

--

11


 

  Des rijken goed is de stad zijner sterkte, en als een verheven muur in zijn inbeelding.  

 

 

--

12


 

  Voor de verbreking zal des mensen hart zich verheffen; en de nederigheid gaat voor de eer.  

 

 

--

13


 

  Die antwoord geeft, eer hij zal gehoord hebben, dat is hem dwaasheid en schande.  

 

 

--

14


 

  De geest eens mans zal zijn krankheid ondersteunen; maar een verslagen geest, wie zal dien opheffen?  

 

 

--

15


 

  Het hart der verstandigen bekomt wetenschap, en het oor der wijzen zoekt wetenschap.  

 

 

--

16


 

  De gift des mensen maakt hem ruimte, en zij geleidt hem voor het aangezicht der groten.  

 

 

--

17


 

  Die de eerste is in zijn twistzaak, schijnt rechtvaardig te zijn; maar zijn naaste komt, en hij onderzoekt hem.  

 

 

--

18


 

  Het lot doet de geschillen ophouden, en maakt scheiding tussen machtigen.  

 

 

--

19


 

  Een broeder is wederspanniger dan een sterke stad; en de geschillen zijn als een grendel van een paleis.  

 

 

--

20


 

  Van de vrucht van ieders mond zal zijn buik verzadigd worden; hij zal verzadigd worden van de inkomst zijner lippen.  

 

 

--

21


 

  Dood en leven zijn in het geweld der tong; en een ieder, die ze liefheeft, zal haar vrucht eten.  

 

 

--

22


 

  Die een vrouw gevonden heeft, heeft een goede zaak gevonden, en hij heeft welgevallen getrokken van den HEERE.  

 

 

--

23


 

  De arme spreekt smekingen; maar de rijke antwoordt harde dingen.  

 

 

--

24


 

  Een man, die vrienden heeft, heeft zich vriendelijk te houden; want er is een liefhebber, die meer aankleeft dan een broeder.   

 

 

--

Spreuken 19

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: