Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Spreuken 19

Spreuken

Index

Hoofdstuk 20

1


 

  De wijn is een spotter, de sterke drank is woelachtig; al wie daarin dwaalt, zal niet wijs zijn.  

 

 

--

2


 

  De schrik des konings is als het brullen eens jongen leeuws; die zich tegen hem vergramt, zondigt tegen zijn ziel.  

 

 

--

3


 

  Het is eer voor een man, van twist af te blijven; maar ieder dwaas zal er zich in mengen.  

 

 

--

4


 

  Om den winter zal de luiaard niet ploegen; daarom zal hij bedelen in den oogst, maar er zal niet zijn.  

 

 

--

5


 

  De raad in het hart eens mans is als diepe wateren; maar een man van verstand zal dien uithalen.  

 

 

--

6


 

  Elk van de menigte der mensen roept zijn weldadigheid uit; maar wie zal een recht trouwen man vinden?  

 

 

--

7


 

  De rechtvaardige wandelt steeds in zijn oprechtheid; welgelukzalig zijn zijn kinderen na hem.  

 

 

--

8


 

  Een koning, zittende op den troon des gerichts, verstrooit alle kwaad met zijn ogen.  

 

 

--

9


 

  Wie kan zeggen: Ik heb mijn hart gezuiverd, ik ben rein van mijn zonde?  

 

 

--

10


 

  Tweeerlei weegsteen, tweeerlei efa is den HEERE een gruwel, ja die beide.  

 

 

--

11


 

  Een jongen zal ook door zijn handelingen zich bekend maken, of zijn werk zuiver, en of het recht zal wezen.  

 

 

--

12


 

  Een horend oor, en een ziend oog heeft de HEERE gemaakt, ja, die beide.  

 

 

--

13


 

  Heb den slaap niet lief, opdat gij niet arm wordt; open uw ogen, verzadig u met brood.  

 

 

--

14


 

  Het is kwaad, het is kwaad! zal de koper zeggen; maar als hij weggegaan is, dan zal hij zich beroemen.  

 

 

--

15


 

  Goud is er, en menigte van robijnen; maar de lippen de wetenschap zijn een kostelijk kleinood.  

 

 

--

16


 

  Als iemand voor een vreemde borg geworden is, neem zijn kleed; en pand hem voor de onbekenden.  

 

 

--

17


 

  Het brood der leugen is den mens zoet; maar daarna zal zijn mond vol van zandsteentjes worden.  

 

 

--

18


 

  Elke gedachte wordt door raad bevestigd, daarom voer oorlog met wijze raadslagen.  

 

 

--

19


 

  Die als een achterklapper wandelt, openbaart het heimelijke; vermeng u dan niet met hem, die met zijn lippen verlokt.  

 

 

--

20


 

  Wie zijn vader of zijn moeder vloekt, diens lamp zal uitgeblust worden in zwarte duisternis.  

 

 

--

21


 

  Als een erfenis in het eerste verhaast wordt, zo zal haar laatste niet gezegend worden.  

 

 

--

22


 

  Zeg niet: Ik zal het kwaad vergelden; wacht op den HEERE, en Hij zal u verlossen.  

 

 

--

23


 

  Tweeerlei weegsteen is den HEERE een gruwel, en de bedriegelijke weegschaal is niet goed.  

 

 

--

24


 

  De treden des mans zijn van den HEERE; hoe zou dan een mens zijn weg verstaan?  

 

 

--

25


 

  Het is een strik des mensen, dat hij het heilige verslindt, en na gedane geloften, onderzoek te doen.  

 

 

--

26


 

  Een wijs koning verstrooit de goddelozen, en hij brengt het rad over hen.  

 

 

--

27


 

  De ziel des mensen is een lamp des HEEREN, doorzoekende al de binnenkameren des buiks.  

 

 

--

28


 

  Weldadigheid en waarheid bewaren den koning; en door weldadigheid ondersteunt hij zijn troon.  

 

 

--

29


 

  Der jongelingen sieraad is hun kracht, en der ouden heerlijkheid is de grijsheid.  

 

 

--

30


 

  Gezwellen der wonde zijn in den boze een zuivering, mitsgaders de slagen van het binnenste des buiks.   

 

 

--

Spreuken 21

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: