Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Hooglied 1

Hooglied

Index

Hoofdstuk 2

1


 

  Ik ben een Roos van Saron, een Lelie der dalen.  

 

 

--

2


 

  Gelijk een lelie onder de doornen, alzo is Mijn vriendin onder de dochteren.  

 

 

--

3


 

  Als een appelboom onder de bomen des wouds, zo is mijn Liefste onder de zonen; ik heb groten lust in Zijn schaduw, en zit er onder, en Zijn vrucht is mijn gehemelte zoet.  

 

 

--

4


 

  Hij voert mij in het wijnhuis, en de liefde is Zijn banier over mij.  

 

 

--

5


 

  Ondersteunt gijlieden mij met de flessen, versterkt mij met de appelen, want ik ben krank van liefde.  

 

 

--

6


 

  Zijn linkerhand zij onder mijn hoofd, en Zijn rechterhand omhelze mij.  

 

 

--

7


 

  Ik bezweer u, gij, dochteren van Jeruzalem! die bij de reeen, of bij de hinden des velds zijt, dat gij die liefde niet opwekt, noch wakker maakt, totdat het dezelve luste!  

 

 

--

8


 

  Dat is de stem mijns Liefsten, ziet Hem, Hij komt, springende op de bergen, huppelende op de heuvelen!  

 

 

--

9


 

  Mijn Liefste is gelijk een ree, of een welp der herten; ziet, Hij staat achter onzen muur, kijkende uit de vensteren, blinkende uit de tralien.  

 

 

--

10


 

  Mijn Liefste antwoordt, en zegt tot mij: Sta op, Mijn vriendin, Mijn schone, en kom!  

 

 

--

11


 

  Want zie, de winter is voorbij, de plasregen is over, hij is overgegaan;  

 

 

--

12


 

  De bloemen worden gezien in het land, de zangtijd genaakt, en de stem der tortelduif wordt gehoord in ons land.  

 

 

--

13


 

  De vijgeboom brengt zijn jonge vijgjes voort, en de wijnstokken geven reuk met hun jonge druifjes. Sta op, Mijn vriendin! Mijn schone, en kom!  

 

 

--

14


 

  Mijn duive, zijnde in de kloven der steenrotsen, in het verborgene ener steile plaats, toon Mij uw gedaante, doe Mij uw stem horen; want uw stem is zoet, en uw gedaante isliefelijk.  

 

 

--

15


 

  Vangt gijlieden ons de vossen, de kleine vossen, die de wijngaarden verderven, want onze wijngaarden hebben jonge druifjes.  

 

 

--

16


 

  Mijn Liefste is mijn, en ik ben Zijn, Die weidt onder de lelien,  

 

 

--

17


 

  Totdat de dag aankomt, en de schaduwen vlieden; keer om, mijn Liefste! wordt Gij gelijk een ree, of een welp der herten, op de bergen van Bether. Hooglied 3  

 

 

--

Hooglied 3

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: