Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

1 Corinthiërs 4

1 Corinthiërs

Index

Hoofdstuk 5

1


 

  Men hoort ganselijk, dat er hoererij onder u is, en zodanige hoererij, die ook onder de heidenen niet genoemd wordt, alzo dat er een zijns vaders huisvrouw heeft.  

 

 

--

2


 

  En zijt gij nog opgeblazen, en hebt niet veel meer leed gedragen, opdat hij uit het midden van u weggedaan worde, die deze daad begaan heeft?  

 

 

--

3


 

  Doch ik, als wel met het lichaam afwezend, maar tegenwoordig zijnde met den geest, heb alrede, als of ik tegenwoordig ware, dengene, die dat alzo bedreven heeft,besloten,  

 

 

--

4


 

  In den Naam van onzen Heere Jezus Christus, als gijlieden en mijn geest samen vergaderd zullen zijn, met de kracht van onzen Heere Jezus Christus,  

 

 

--

5


 

  Denzulken over te geven aan den satan, tot verderf des vleses, opdat de geest behouden moge worden in den dag van den Heere Jezus.  

 

 

--

6


 

  Uw roem is niet goed. Weet gij niet, dat een weinig zuurdesem het gehele deeg zuur maakt?  

 

 

--

7


 

  Zuivert dan den ouden zuurdesem uit, opdat gij een nieuw deeg zijn moogt, gelijk gij ongezuurd zijt. Want ook ons Pascha is voor ons geslacht, namelijk Christus.  

 

 

--

8


 

  Zo dan laat ons feest houden, niet in den ouden zuurdesem, noch in den zuurdesem der kwaadheid en der boosheid, maar in de ongezuurde broden der oprechtheiden der waarheid.  

 

 

--

9


 

  Ik heb u geschreven in den brief, dat gij u niet zoudt vermengen met de hoereerders;  

 

 

--

10


 

  Doch niet geheellijk met de hoereerders dezer wereld, of met de gierigaards, of met de rovers, of met de afgodendienaars; want anders zoudt gij moeten uit dewereld gaan.  

 

 

--

11


 

  Maar nu heb ik u geschreven, dat gij u niet zult vermengen, namelijk indien iemand, een broeder genaamd zijnde, een hoereerder is, of een gierigaard, of eenafgodendienaar, of een lasteraar, of een dronkaard, of een rover; dat gij met zodanig een ook niet zult eten.  

 

 

--

12


 

  Want wat heb ik ook die buiten zijn te oordelen? Oordeelt gijlieden niet die binnen zijn?  

 

 

--

13


 

  Maar die buiten zijn oordeelt God. En doet gij deze boze uit ulieden weg. 1 Korinthiërs 6  

 

 

--

1 Corinthiërs 6

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: