Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Galaten 3

Galaten

Index

Hoofdstuk 4

1


 

  Doch ik zeg, zo langen tijd als de erfgenaam een kind is, zo verschilt hij niets van een dienstknecht, hoewel hij een heer is van alles;  

 

 

--

2


 

  Maar hij is onder voogden en verzorgers, tot den tijd van den vader te voren gesteld.  

 

 

--

3


 

  Alzo wij ook, toen wij kinderen waren, zo waren wij dienstbaar gemaakt onder de eerste beginselen der wereld.  

 

 

--

4


 

  Maar wanneer de volheid des tijds gekomen is, heeft God Zijn Zoon uitgezonden, geworden uit een vrouw, geworden onder de wet;  

 

 

--

5


 

  Opdat Hij degenen, die onder de wet waren, verlossen zou, en opdat wij de aanneming tot kinderen verkrijgen zouden.  

 

 

--

6


 

  En overmits gij kinderen zijt, zo heeft God den Geest Zijns Zoons uitgezonden in uw harten, Die roept: Abba, Vader!  

 

 

--

7


 

  Zo dan, gij zijt niet meer een dienstknecht, maar een zoon; en indien gij een zoon zijt, zo zijt gij ook een erfgenaam van God door Christus.  

 

 

--

8


 

  Maar toen, als gij God niet kendet, diendet gij degenen, die van nature geen goden zijn;  

 

 

--

9


 

  En nu, als gij God kent, ja, veelmeer van God gekend zijt, hoe keert gij u wederom tot de zwakke en arme beginselen, welke gij wederom van voren aan wilt dienen?  

 

 

--

10


 

  Gij onderhoudt dagen, en maanden, en tijden, en jaren.  

 

 

--

11


 

  Ik vrees voor u, dat ik niet enigszins tevergeefs aan u gearbeid heb.  

 

 

--

12


 

  Weest gij als ik, want ook ik ben als gij; broeders, ik bid u; gij hebt mij geen ongelijk gedaan.  

 

 

--

13


 

  En gij weet, dat ik u door zwakheid des vleses het Evangelie de eerste maal verkondigd heb;  

 

 

--

14


 

  En mijn verzoeking, die in mijn vlees geschiedde, hebt gij niet veracht noch verfoeid; maar gij naamt mij aan als een engel Gods, ja, als Christus Jezus.  

 

 

--

15


 

  Welke was dan uw gelukachting? Want ik geef u getuigenis, dat gij, zo het mogelijk ware, uw ogen zoudt uitgegraven, en mij gegeven hebben.  

 

 

--

16


 

  Ben ik dan uw vijand geworden, u de waarheid zeggende?  

 

 

--

17


 

  Zij ijveren niet recht over u; maar zij willen ons uitsluiten, opdat gij over hen zoudt ijveren.  

 

 

--

18


 

  Doch in het goede te allen tijd te ijveren is goed, en niet alleenlijk, als ik bij u tegenwoordig ben;  

 

 

--

19


 

  Mijn kinderkens, die ik wederom arbeide te baren, totdat Christus een gestalte in u krijge.  

 

 

--

20


 

  Doch ik wilde, dat ik nu tegenwoordig bij u ware, en mijn stem mocht veranderen; want ik ben in twijfel over u.  

 

 

--

21


 

  Zegt mij, gij, die onder de wet wilt zijn, hoort gij de wet niet?  

 

 

--

22


 

  Want er is geschreven, dat Abraham twee zonen had, een uit de dienstmaagd, en een uit de vrije.  

 

 

--

23


 

  Maar gene, die uit de dienstmaagd was, is naar het vlees geboren geweest; doch deze, die uit de vrije was, door de beloftenis;  

 

 

--

24


 

  Hetwelk dingen zijn, die andere beduiding hebben; want deze zijn de twee verbonden; het ene van den berg Sinai, tot dienstbaarheid barende, hetwelk is Agar;  

 

 

--

25


 

  Want dit, namelijk Agar, is Sinai, een berg in Arabie, en komt overeen met Jeruzalem, dat nu is, en dienstbaar is met haar kinderen.  

 

 

--

26


 

  Maar Jeruzalem, dat boven is, dat is vrij, hetwelk is ons aller moeder.  

 

 

--

27


 

  Want er is geschreven: Wees vrolijk, gij onvruchtbare, die niet baart, breek uit en roep, gij, die geen barensnood hebt, want de kinderen der eenzame zijn veel meer,dan dergene, die den man heeft.  

 

 

--

28


 

  Maar wij, broeders, zijn kinderen der belofte, als Izak was.  

 

 

--

29


 

  Doch gelijkerwijs toen, die naar het vlees geboren was, vervolgde dengene, die naar den Geest geboren was, alzo ook nu.  

 

 

--

30


 

  Maar wat zegt de Schrift? Werp de dienstmaagd uit en haar zoon; want de zoon der dienstmaagd zal geenszins erven met den zoon der vrije.  

 

 

--

31


 

  Zo dan, broeders, wij zijn niet kinderen der dienstmaagd, maar der vrije.   

 

 

--

Galaten 5

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: