Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

2 Timotheüs 1

2 Timotheüs

Index

Hoofdstuk 2

1


 

  Gij dan, mijn zoon, word gesterkt in de genade, die in Christus Jezus is;  

 

 

--

2


 

  En hetgeen gij van mij gehoord hebt onder vele getuigen, betrouw dat aan getrouwe mensen, welke bekwaam zullen zijn om ook anderen te leren.  

 

 

--

3


 

  Gij dan, lijd verdrukkingen, als een goed krijgsknecht van Jezus Christus.  

 

 

--

4


 

  Niemand, die in de krijg dient, wordt ingewikkeld in de handelingen des leeftochts, opdat hij dien moge behagen, die hem tot den krijg aangenomen heeft.  

 

 

--

5


 

  En indien ook iemand strijdt, die wordt niet gekroond, zo hij niet wettelijk heeft gestreden.  

 

 

--

6


 

  De landman, als hij arbeidt, moet alzo eerst de vruchten genieten.  

 

 

--

7


 

  Merk, hetgeen ik zeg; doch de Heere geve u verstand in alle dingen.  

 

 

--

8


 

  Houd in gedachtenis, dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt, Welke is uit den zade Davids, naar mijn Evangelie;  

 

 

--

9


 

  Om hetwelk ik verdrukkingen lijde tot de banden toe, als een kwaaddoener; maar het Woord Gods is niet gebonden.  

 

 

--

10


 

  Daarom verdraag ik alles om de uitverkorenen, opdat ook zij de zaligheid zouden verkrijgen, die in Christus Jezus is, met eeuwige heerlijkheid.  

 

 

--

11


 

  Dit is een getrouw woord; want indien wij met Hem gestorven zijn, zo zullen wij ook met Hem leven;  

 

 

--

12


 

  Indien wij verdragen, wij zullen ook met Hem heersen; indien wij Hem verloochenen, Hij zal ons ook verloochenen;  

 

 

--

13


 

  Indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw; Hij kan Zichzelven niet verloochenen.  

 

 

--

14


 

  Breng deze dingen in gedachtenis, en betuig voor den Heere, dat zij geen woordenstrijd voeren, hetwelk tot geen ding nut is, dan tot verkering der toehoorders.  

 

 

--

15


 

  Benaarstig u, om uzelven Gode beproefd voor te stellen, een arbeider, die niet beschaamd wordt, die het Woord der waarheid recht snijdt.  

 

 

--

16


 

  Maar stel u tegen het ongoddelijk ijdelroepen; want zij zullen in meerdere goddeloosheid toenemen.  

 

 

--

17


 

  En hun woord zal voorteten, gelijk de kanker; onder welke is Hymeneus en Filetus;  

 

 

--

18


 

  Die van de waarheid zijn afgeweken, zeggende, dat de opstanding alrede geschied is, en verkeren sommiger geloof.  

 

 

--

19


 

  Evenwel het vaste fondament Gods staat, hebbende dit zegel: De Heere kent degenen, die de Zijnen zijn; en: Een iegelijk, die den Naam van Christus noemt, sta afvan ongerechtigheid.  

 

 

--

20


 

  Doch in een groot huis zijn niet alleen gouden en zilveren vaten, maar ook houten en aarden vaten; en sommige ter ere, maar sommige ter onere.  

 

 

--

21


 

  Indien dan iemand zichzelven van deze reinigt, die zal een vat zijn ter ere, geheiligd en bekwaam tot gebruik des Heeren, tot alle goed werk toebereid.  

 

 

--

22


 

  Maar vlied de begeerlijkheden der jonkheid; en jaag naar rechtvaardigheid, geloof, liefde, vrede, met degenen, die den Heere aanroepen uit een rein hart.  

 

 

--

23


 

  En verwerp de vragen, die dwaas en zonder lering zijn, wetende, dat zij twistingen voortbrengen.  

 

 

--

24


 

  En een dienstknecht des Heeren moet niet twisten, maar vriendelijk zijn jegens allen, bekwaam om te leren, en die de kwaden kan verdragen;  

 

 

--

25


 

  Met zachtmoedigheid onderwijzende degenen, die tegenstaan; of hun God te eniger tijd bekering gave tot erkentenis der waarheid;  

 

 

--

26


 

  En zij wederom ontwaken mochten uit den strik des duivels, onder welken zij gevangen waren tot zijn wil.   

 

 

--

2 Timotheüs 3

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: